Soep van de Balkan

Zuurkool is echte winterkost, en ik ben er gek op. Lekker zuur en zout. Bovendien zijn er tal van recepten mee te bedenken. Hoewel een simpele zuurkoolstamppot met worst natuurlijk bovenaan het lijstje staat.

Zuurkool is witte kool, waarvan de bladeren gesneden en ingelegd worden in zout. Door gisting, omzetting van zetmeel en suiker in melkzuur, ontstaat dan zuurkool. De vrij gekomen melkzuurbacteriën zorgen voor de zure smaak en voor de lange houdbaarheid. In tegenstelling tot veel andere geconserveerde groenten bevat zuurkool veel vitaminen C. Door de verzuring is de oorspronkelijke witte kool lichter verteerbaar geworden.

Pas eind achttiende eeuw is in Nederland zuurkool echt ingeburgerd geraakt. Van oorsprong zou zuurkool uit noord China komen. En zijn het o.a. de Monogolen die door volksverhuizingen de groente naar Europa hebben gebracht. In Oost-Europa, de Balkan, wordt zuurkool het meest gegeten. Daar waren het met name de Joden die zuurkool in hun menu opnamen en met hun verhuizingen weer verspreid hebben naar het westen van Europa en de Verenigde Staten.

Omdat ik nog steeds een beetje aan het lijnen ben, is zuurkoolstamppot met aardappelen voor nu even niet zo’n goede keus. Daarom besluit ik een zuurkoolsoep te maken in Balkanese stijl. Dat wil zeggen: met pittige chorizoworst, knoflook en paprika. Voor het binden zou je een aardappel kunnen gebruiken, maar à la  Montignac kies ik voor knolselderij. Om de soep een lekker romige smaak te geven voeg ik sojaroom toe, maar crème fraîche kan ook. Ben je niet gek op chorizo, neem dan spekjes of een stukje ham. Voor vegetariërs eenvoudig de worst weglaten en als basis groentenbouillon nemen. Het resultaat is een friszure, pittige maaltijdsoep, die voortreffelijk smaakt bij dit herfstige weer.

 




Toetje van Victoria

Na de brunch van eerste Paasdag zijn het ’s avonds toch de asperges geworden. Vooraf gegaan door een fluwelig courgettesoepje en een toetje van Victoria. In de Volkskrant van 6 april stond een artikel over Victoria’s pudding. Het toetje werd beschreven als luchtig en licht, dus uitermate geschikt voor na een diner met asperges.

Het artikel beschrijft dat Queen Victoria dit ooit kreeg voorgeschoteld en dat ook Jeroen Meus, de bekendste tv-kok van België, dit bovenaan zijn lijstje van lievelingspuddingen heeft staan. Eigenlijk een heel ‘old school’ recept, vooral als je naar de ingrediënten kijkt. Witte broodkruimels, basterdsuiker, eiwitten en frambozenjam zijn nou  niet de meest spectaculaire bestanddelen, maar het resultaat is verbluffend lekker.

Neem er wel even de tijd voor. Het toetje wordt warm gegeten en je moet dus goed uitkienen wanneer het in de oven gaat tijdens de bereiding van je diner. Anders laat je de gasten even na het hoofdgerecht uitbuiken en neem je zelf 20 minuten de tijd in de keuken. Het recept dat beschreven stond in de krant ging uit van 6 personen, maar óf mijn soufflébakjes zijn veel kliener óf mijn weegschaal mankeert iets: ik kon er 7 soufflébakjes en een kleine bakschaal mee vullen. Mijn recept is dus iets aangepast qua hoeveelheden (de helft). In ieder geval ideaal als je nog brood over hebt en ongekookte (Paas)eieren.