Zeemonsters
In de vitrine bij de vishandel liggen soms de vreemdst ogende vissen, zeemonsters zou ik ze noemen. Zeewolf en zeeduivel vallen wat mij betreft in die categorie. Hoewel ze er niet uitzien, is het visvlees heel smakelijk. Dit keer heb ik mij laten verleiden tot het kopen van een hele zeeduivel. Het was maar een kleintje, ongeveer 50 centimeter lang. Zonder kop en ingewanden woog hij nog 1200 gram.
De visboer heeft hem verder voor mij gefileerd, wat resulteerde in twee mooie lange ronde moten, van ieder ruim 450 gram. Je kunt de moten in zijn geheel bakken of er kleine medaillons van snijden. Het vlees is stevig en roomwit met een zweem roze, de smaak is heel fijn en kan vergeleken worden met die van kreeft, licht zoetig.
Voor mijn recept zeeduivel met kruidige korst heb ik medaillons gesneden van ongeveer 1,5 centimeter dik. Met een kruidige gepaneerde korst van Japans paneermeel (panko), zwart sesamzaad en koriander. Panko leent zich uitstekend voor het grof paneren van vis of vlees. Het is gedroogd wit broodkruim, dat in verschillende grofheden verkocht wordt. Natuurlijk kun je ook zelf oud witbrood vermalen in de keukenmachine, maar panko is kant en klaar, en door en door droog, wat een mooie structuur geeft bij het bakken. Een lekker yoghurt-citroensausje met knoflook maakt het recept helemaal af. Ik koos als garnituur voor zoetzure knoflookworteltjes en een romige aardappelpuree. Maar door de korst van sesamzaad en koriander zou de vis ook heel goed samengaan met Aziatische noedels.