Recept van Ottolenghi (uit zijn boek: “Plenty More”)
Goed voor een taartvorm van 24 cm doorsnede en zeker 8 personen
- 1 kleine bloemkool in kleine roosjes
- 1 grote rode ui
- 7 eieren
- 120 gram bloem
- 1,5 thl bakpoeder
- 120 gr geraspte parmezaan
- halve thl kunjit (geelwortel)
- halve thl gehakte rozemarijn (vers)
- 15 gram gehakte basilicum (vers)
- 1 eetl wit sesamzaad
- 1 eetl zwart sesamzaad (of nigellazaad)
- olijfolie
- gesmolten boter om vorm mee in te vetten
- peper en zout naar smaak
- Verwarm de oven voor op 200 graden.
- Kook de bloemkoolroosjes in water gedurende 15 minuten gaar. Ze moeten juist vrij zacht zijn, maar niet papperig. Giet ze af en laat ze even drogen.
- Pel de rode ui en snijd 4 ronde plakken van ieder een halve centimeter. Laat de ringen heel. Snipper het restant van de ui.
- Smoor de gesnipperde uit samen met een eetlepel olijfolie en de rozemarijn voor 10 minuten, tot de uit glazig is. Neem de pan van het vuur en laat iets afkoelen.
- Doe de gesmoorde ui in een kom en voeg de eieren toe met de basilicum. Roer alles goed doorelkaar en voeg dan de bloem, bakpoeder, kunjit, parmezaan en zout en peper toe. Klop alles goed glad en schep er dan de bloemkoolroosjes door, probeer zo heel te laten.
- Vet een springvrom van 24 centimeter goed in met gesmolten boter. Vermeng het witte en warte sesamzaad met elkaar en strooi dit over de bodem en zijwanden van de vorm, tot deze geheel bedekt is en alles goed blijft plakken.
- Giet het bloemkoolmengsel in de vorm en schik de uienringen er bovenop.
- Zet de vorm in het midden van de oven en bak de taart in 45 minuten bruin en gaar. (een satéprikker moet er droog uitkomen).
- Laat de taart zeker een half uur staan voor je hem aansnijdt. Nog net een beetje warm, dus niet heet serveren. Dat is het lekekerste!
Lees ook de bijbehorende Blog-entry: Bloemkooltaart