Recept voor ongeveer 12 amandelkrullen:
- 50 gr geschaafde amandelen
- 70 gr fijne suiker
- 25 gr bloem
- 10 gr vanillesuiker
- 10 gr roomboter
- 1 ei
- 10 gr water
- snufje zout
- Verwarm de oven voor op 170 graden.
- Meng de geschaafde amandelen met de suiker, bloem, vanillesuiker en het snufje zout.
- Smelt de boter met het water in de magnetron. Roer dit door het amandelmengsel. Het is belangrijk dat het boter-watermengsel warm is: hierdoor lossen de suikerkristallen helemaal op.
- Roer vervolgens het losgeklopte ei door het amandelmengsel.
- Laat het deeg een uurtje rijpen. Je kunt het ook een dag (of twee) in de koelkast bewaren).
- Smeer een bakplaat in met boter, of gebruik bakpapier. Leg hierop, op ruime afstand van elkaar, kleine hoopjes van het amandelmengsel (het vloeit erg uit). Druk ze met een natte vork plat en in de juiste vorm en grootte.
- Bak de koekjes maximaal 15 minuten in het midden van een voorverwarmde oven. De koekjes moeten mooi lichtbruin zijn, liefst van binnen iets lichter dan aan de buitenkant.
- Schep ze met een pannenkoekmes onmiddellijk na het bakken van de plaat en leg ze over iets ronds, bijvoorbeeld een deegroller. Direct na het bakken zijn ze nog taai en goed buigbaar. Als de koekjes te bruin zijn breken ze sneller, omdat de suiker dan te krokant gebakken is.
- Laat afkoelen en bewaar in een gesloten trommel.
Lees ook de bijbehoerende blog-entry: Van koekjes tot toetjes