Recept voor een slofje, 5 à 6 personen:
- 3 appels
- 5 plakken bladerdeeg, ontdooid
- 2 eieren
- 50 gr roomboter
- + iets boter om in te vetten
- 3 à 4 etl appelmoes uit pot
- 1 etl maïzena
- 2 etl water
- 2 etl suiker
- snuf kaneel
- poedersuiker
- Verwarm de oven voor op 180 graden.
- Vet een rechthoekige gebaksvorm in met boter.
- Bekleed de gebaksvorm met de 5 plakken bladerdeeg, leg de plakjes met 1 cm overlap over elkaar en druk de naden goed aan. Maak het bladerdeeg op maat, zodat de hele vorm en rand bedekt is.
- Was de appels, snijd ze doormidden en verwijder het klokhuis. Ik heb de schil er aan laten zitten voor een leuk effect, maar je kunt de appel ook schillen.
- Gebruik een mandoline of heel dunne kaasschaaf om de halve appels in dunne plakjes van ongeveer 2 mm te snijden.
- Verwarm in een pannetje de boter en smelt daarin de suiker.Voeg de schijfjes appel toe zodra de suiker gesmolten is.
- Roer de appelschijfjes door de suikerboter en voeg dan 2 eetlepels water toe. Laat dit op laag vuur ongeveer 2 minuten pruttelen. De schijfjes worden hierdoor wat zachter, maar het moet geen moes worden (hangt af van de hardheid van de appel- ik gebruikte Granny Smith).
- Laat de appelschijfjes uitlekken in een zeef en vang het vocht op.
- Meng de maïzena met een paar druppels water tot een dik papje en voeg dit toe aan het opgevangen appelvocht.
- Kluts de eitjes los en roer deze door het maïzena-appelvocht mengsel.
- Meng er ook 3 eetlepels appelmoes door en zet het geheel terug op het vuur en blijf roeren tot het gaat binden en een dikke vla ontstaat. Als de vla te dik is, voeg daan nog wat appelmoes toe.
- Bestrijk de bodem van de bladerdeegvorm met een dikke laag appelmoesvla en schik daar bovenop de gegaarde appelschijfjes.
- Zet de vorm in het midden van de oven en bak het taartje in ongeveer 25 minuten bruin en gaar.
- Laat even afkoelen en verwijder dan de bakvorm.
- Serveer met poedersuiker.
Lees ook de bijbehorende Blog-Entry: Appelgebak voor wielrenners
