Bij het woord ‘kater’ denk ik niet meteen aan een brood. En een Duivekater heeft niets te maken met duiven of een kater (kat of lichamelijke toestand na een avondje doordrinken…) maar alles met brood.
Een feestelijk brood, wel te verstaan.
Een traditioneel vloerbrood dat voornamelijk bekend is ten noorden van Amsterdam en in de Zaanstreek. Een heerlijk zoet, geurig witbrood dat al in de tijd van de schilder Jan Steen gebakken werd, zoals dit plaatje van een schilderij van hem laat zien. De duivekater staat in de rechterhoek afgebeeld op de voorgrond.
Van oudsher een brood dat gebakken werd rond Pasen en Pinksteren. Sommigen beweren zelfs dat het recept teruggaat tot de Germanen, waarbij het brood zou dienen als een offerbrood. Het brood kreeg dan de vorm van een stuk bot, ter vervanging van een echt vleesoffer. Door al die jaren heen is het recept niet veel veranderd. De voornaamste ingrediënten zijn nog steeds boter, citroenschil en melk, al zal de moderne bakker er zijn of haar eigen twist aan geven door toevoeging van bijvoorbeeld honing in plaats van suiker en een snufje steranijs of kaneel voor een nog aromatischer smaak. Dun gesneden met een lik roomboter is het brood ‘goddelijk’. Wat dat betreft heel passend bij Pasen.
Mijn brood komt net uit de oven, is nog warm en doet het hele huis geuren naar citroen en anijs. Dus wie nog zin heeft om iets leuks op tafel te zetten op 1e Paasdag, raad ik aan meteen aan de slag te gaan. En red je het niet voor morgen, elk andere dag van het jaar smaakt dit ook hoor!