Kweeperen

Maaltje KweeperenVan een gewaardeerde en lieve collega ontving ik deze week een maaltje kweeperen, uit eigen tuin. Een bijzondere vrucht, moet ik zeggen, met zijn lichtgele velletje dat bedekt is met dons. Ze houden het midden tussen peren en appels, qua vorm dan. En ze hebben een zeer aromatische geur, iets wat ook in de smaak naar voren komt. Het zou hier om een vergeten groente gaan.

Onbekendheid maakt de kwee misschien ook minder geliefd. Terwijl de vrucht toch voor heel veel doeleinden gebruikt kan worden. Vergis je niet: zet niet zomaar je tanden in de kweepeer, want de kweepeer is absoluut niet rauw te eten. De Portugese naam is ‘marmelo’ en daar komt het woord marmelade ook vandaan. Door de grote hoeveelheid pectine in de kweepeer is hij uitermate geschikt voor het maken van jam en gelei, al dan niet gemengd met ander fruit. Maar ook als compote bij wild of in een stoofgerecht komt de kwee tot zijn recht. En vergeet vooral ook niet de kweeperentaart.

Voor mijn kweeperentaart heb ik gekozen voor een ‘sloffendeeg’. Zo’n heerlijk boterkoekachtig deeg zoals we dat kennen van de aardbeien- of appelslof van de banketbakker. Op de bodem van een slof komt een dun laagje frangipane en om het helemaal af te maken ook nog een laagje banketbakkersroom. Dit is overigens een mooie basis voor alle soorten fruit.

De kweeperen zijn lastig te schillen, omdat ze zo hard zijn. Dus heb ik er voor gekozen om de schil er aan te laten, want deze gaart gelukkig goed mee. Een kwee heeft iets meer stooftijd nodig dan bijvoorbeeld een appel, dus is het raadzaam om de kweeperen vooraf te garen met suiker en kaneel. Zodra de kwee gesneden is wordt hij al snel bruin, dus is het zaak om snel te werken en de parten direct in water met citroen te doen. De sloffenbodem met frangipane en room wordt uiteindelijk bedekt met gegaarde en uitgelekte partjes kwee. Dan gaat de taart voor ruim een half uur in de oven. De keuken ruikt al snel naar een lang vergeten geur, heerlijk.

Kweeperentaart