Geen wintersport, maar toch…
Heerlijk rustig was het zaterdag in de winkels, des te drukker op de wegen die naar de skioorden leiden. De krokusvakantie: terwijl iedereen in Oostenrijk of Zwitserland op de lange latten staat, is het hier tijd voor kaasfondue.
Het originele recept is met Emmentaler, Comte, Gruyère of een mengsel van deze kazen en komt van oorsprong uit Zwitserland. De Zwitserse kazen zijn dan ook het geschikts om te smelten. Bij de bereiding van bijvoorbeeld Emmentaler wordt het wrongsel gekookt en daardoor krijgt deze kaas bij uitstek de smelteigenschappen die voor fondue zo belangrijk zijn. Hollandse kazen daarentegen zijn niet gekookt, smelten daarom minder goed en vormen ook niet van die mooie ‘draden’.
De smaak van de fondue wordt bepaald door de combinatie van kazen en de vloeistof die gebruikt wordt. Witte wijn wordt het meest gebruikt maar ook bier of zelfs appelsap is mogelijk. Belangrijk is om de fondue niet te laten koken, dan wordt de kaas rubberachtig. De alcohol in de wijn kookt bij ongeveer 70 graden, en dat is een prima temperatuur voor de fondue. Wordt het mengsel langer verwarmd dan verdampt alle alcohol en stijgt de temperatuur waardoor de fondue één grote klomp kan worden.
De verhouding kaas en wijn is 2:1 en je gaat uit van 150-200 gram kaas per persoon. Iets meer vocht mag ook, dan wordt de fondue niet zo snel dik als de schaal lang warm gehouden moet worden. Kaas is vettig en vet laat zich nu eenmaal niet zo goed met vocht mengen. Daarom wordt de gesmolten kaas gebonden met een klein beetje maïzena. Knoflook en nootmuskaat zijn de bekendste kruidentoevoegingen, maar ook bieslook of andere groene kruiden en zelfs mosterd kan verrassend smaken. Gewoon eens uitproberen.
Bij de fondue wordt brood gegeten. Ik maak er meestal nog gekookte krieltjes bij (in de schil), rauwkost, champignons en vruchten, vers of uit blik (ananas, peer, appel). Wel machtig eten, fondue, maar doe er daarom ook lekker lang over. Genietend en dromend van een alpenlandschap.