Recept voor 1 grote taartvorm:
- 160 gr gele basterdsuiker
- 140 gr roomboter
- 20 gr water
- 3 gr zout romig
- 275 gr bloem
- 20 gr speculaaskruiden
- 5 gr bakpoeder
- 1 ei, losgeklopt
- blanke amandelen* ter garnering
- 400 gr amandelspijs (Baukje)**
- citroensap
- 1/2 geklutst ei
Meng de gele basterdsuiker met de roomboter, het water en het zout. Meng vervolgens de bloem, speculaaskruiden en bakpoeder erdoor. Kort kneden en eigenlijk voor de smaak, het deeg 2 dagen in koelkast laten rijpen. Is niet perse nodig, maar minimaal 1 uur in de koelkast is wel noodzakelijk voor de verder bereiding. Verwarm de oven voor op 180 graden. Besmeer een bakvorm (24 cm doorsnede, of vierkant 20×20) royaal met zachte roomboter. Rol het deeg uit tot en bekleed met de helft van het deeg de bakvorm.
Vermeng de amandelspijs met een half geklutst ei en een beetje citroensap tot een smeuïge bal. Druk de spijs uit op de bodem van de taart. Dek de taart af met de rest van het uitgerolde deeg. Bestrijk de bovenkant met losgeklopt ei, druk er royaal de blanke amandelen in en bestrijk nogmaals met ei. Bak de taart in het midden van de oven in 30 minuten gaar en bruin.
* in plaats van hele amandelen kun je ter garnering ook geschaafde amandelen gebruiken.
** in plaats van Baukje kun je zelf amandelspijs maken: meng 200 gram blanke amandelen + 200 gram suiker + 1 groot ei + iets citroensap in een keukenmachine tot spijs. Laat de spijs minimaal 4 dagen in de koeling rusten voor gebruik (voor de smaak). Spijs kan ook goed ingevroren worden.
