Koekje bij de koffie
In Italië kennen ze behalve ‘een koekje bij de koffie’, ook ‘een koekje bij de likeur’. En dan heb ik het natuurlijk over die overheerlijke amandelkoekjes: cantuccini. Je kunt ze lekker ‘soppen’ in de koffie, maar bij voorkeur in een glaasje Limoncello, Amaretto of Tia Maria. En als je weet hoe simpel dit recept te maken is, dan zorg je dat je voortaan altijd een gevulde trommel in huis hebt.
Het originele recept gaat uit van ongepelde amandelen, juist het vliesje geeft namelijk zo’n lekkere smaak. Helaas zijn deze heel moeilijk te krijgen in Nederland, of je moet er voor kiezen zelf een dag amandelen te kraken. Ik gebruik gewoon gepelde amandelen die ik voor de smaak wel eerst even rooster in een pan. Behalve amandelen kun je natuurlijk ook andere noten gebruiken zoals hazelnoten, walnoten of pistache. Als je het recept regelmatig maakt kun je lekker variëren, en zo tot je eigen favoriete smaak komen. Verder bestaat het deeg alleen uit bloem, suiker en eieren. Als smaakversterker kun je verse vanille gebruiken, of de geraspte schil van citroen of sinaasappel. Het bijzondere aan dit koekje is dat het tweemaal gebakken wordt. Dat lijkt ingewikkeld, maar is het niet. Eerst wordt het deeg in de vorm van kleine platte worstjes gebakken, daarna snijd je deze in plakken, waarna ze nog weer even de oven in gaan.
Zo warm uit de oven kan ik er al bijna niet van afblijven, maar als ze afgekoeld zijn worden ze lekker hard. Juist daarom moet je dit koekje lekker in je koffie of glaasje likeur dopen.