- 110 gr zachte roomboter
- –+ 1 etl extra voor beboteren vorm
- 35 gr poedersuiker
- mespuntje zout
- 5 eierdooiers
- 90 gr pure chocolade (>70% cacao)
- 5 eiwitten
- 150 gr fijne suiker
- 110 gr bloem, gezeefd
- — + 1 etl extra voor bestuiven vorm
- abrikozenjam (of frambozenjam)
- –voor de glazuur (ganache):
- 200 gr pure chocolade
- 6 etl water
- 3 etl slagroom
- 15 gr koude boter
Verwarm de oven voor op 180 graden. Beboter en bebloem een springvorm van 20-25 cm diameter. Smelt de chocolade au bain marie of kort in de magnetron, laat even afkoelen. Klop de boter, poedersuiker, eierdooiers en het zout tot een luchtige massa, zeker 5 minuten kloppen. Giet de gesmolten chocolade bij het botermengsel en blijf kloppen. Klop de eiwitten met de fijne suiker stijf. Spatel de eiwitten in delen door de chocoladecrème. Spatel tot slot de gezeefde (!) bloem erdoor. Schep het beslag in de vorm. Zet de vorm in het midden van de voorverwarmde oven en bak de taart in 30 minuten gaar. Laat de taart afkoelen en snijd de taart in 2, 3 of 4 lagen (naar gelang hij hoog is). Besmeer elke laag dik met abrikozenjam en plaats de lagen weer op elkaar. Besmeer ook de bovenkant met jam.
Smelt voor het glazuur de chocolade met het water in een pannetje op laag vuur. Roer de slagroom erdoor. Haal de pan van het vuur en roer er de koude roomboter door. Blijf roeren tot een glanzend glazuur ontstaat (als het glazuur dreigt te ‘scheiden’ plaats de pan dan weer heel even terug op het vuur).
Zet de taart op een taartrooster en giet het glazuur over de taart en strijk mooi glad, bedek ook de zijkanten. Bewaar de taart in de koelkast (afgedekt). De volgende dag is de smaak het lekkerst.