Op de verjaardag van mijn middelste zoon zijn er twee dingen waar je hem een plezier mee doet: appeltaart en Indische rijsttafel. Met een middag en avond in de keuken kon ik dit keer aan alle twee de wensen voldoen. Het fijne van rijsttafelgerechten is, dat het de smaak alleen maar te goede komt als het een nachtje over staat. Gelukkig had ik ruim appeltaart deeg gemaakt zodat ik twee grote taarten kon bakken: een Bretonse appeltaart en een kaneelappeltaart. De taarten zijn schoon op gegaan. Ook niet vreemd als mijn zoon zijn vrienden op facebook aanspoort om snel langs te komen: “want de appeltaart van mijn moeder valt altijd goed in de smaak”.
De (mini)rijsttafel bestond dit keer uit: Opor Telor (eieren in kruidige kokossaus), Smoor Djawa (Javaans gestoofd rundvlees), Frikadel met zoetzure saus (gehaktballetjes in pittige zoetzure saus), Ajam Boemboe Roedjak (kip in pikante saus), Sayur Lodeh (verschillende groenten in pittige kokosmelk), Sambal goreng boontjes (pittige sperzieboontjes), Roedjak manis (gemengd fruit met zoete sambal marinade), witte rijst en kroepoek.
De Nederlanders zeggen de uitvinders van ‘de rijsttafel’ te zijn, want de Indonesiër zelf kijkt nog altijd vreemd tegen het woord aan. Bij de inheemse bevolking zullen er nooit zoveel gerechten tegelijk geserveerd worden als bij de ons bekende rijsttafel. De Indonesiër is juist een sobere eter: bij de rijst eet hij wat vlees of vis, veel groenten en enkele bijgerechten als kroepoek en atjar. Maar hij is wel gastvrij en zal zijn gasten altijd (veel) te eten aanbieden. De Nederlanders die in Indië woonden en werkten zouden door bezoeken aan Indonesische families onbewust op het idee zijn gekomen om thuis ook aan hun gasten royale maaltijden voor te moeten zetten. Uit deze traditie is de Indonesische rijsttafel ontstaan. Een rijsttafel met minder dan 15 gerechten, wordt een mini-rijsttafel genoemd! Volgens een goed Indisch bijgeloof moet een rijsttafel ook uit een oneven aantal gerechten bestaan.
Een andere stille kracht zegt dat de gastheer en gastvrouw na afloop van de maaltijd altijd aanbieden een deel van het overgebleven eten mee naar huis te nemen: zo toont men de goden dat men niet egoïstisch is. Aan die laatste regel heb ik mij zeker gehouden: mijn moeder ging met een lekker gevarieerd schaaltje naar huis!
Hi Ellen, eindelijk weer een bericht van je, ik dacht al je wist niets nieuws meer te
verzinnen, heerlijk zo’n “kleine” indische rjisttafel, voor mij zijn het geen nieuwe
gerechten, maar wel een aanstootje om maar weer eens een lekker indisch maal te
maken. Erg lachen moest ik om het laatste, dat de gastvrouw altijd haar gasten aanbied iets mee te nemen naar huis. Ik denk je had bij onze mama een goede
afnemer, en daardoor zijn de goden weer goed gestemd, en zo wens ik jullie goede
dagen en een prettig weekend.