Spaanse rijstschotel
De Italianen maken Risotto, de Spanjaarden eten Paella. Beide recepten worden gemaakt van een volle ronde rijst die veel vocht op kan nemen. Paella komt oorspronkelijk uit Valencia en het eten ervan is een sociale gebeurtenis. Met deze beroemde rijstschotel viert men naam- en verjaardagen (!), eert men beschermheiligen of kan een bekroning zijn op een zondagse uitje. Behalve dat het een heel feestelijk eten is, is Paella ook erg lekker. De naam komt van het Latijns Patella, een plaat waarop men offers legde voor de goden. Een echte Paella-pan heeft een groot oppervlak, alleen zo kan het vocht, waarin de rijst gekookt wordt, goed verdampen en krijgt de rijst socarrat: de rijst die op de bodem ligt krijgt een krokant korstje. In Nederland kun je bij gebrek aan een originele pan ook een elektrische Paella-pan huren bij een goede slager. Ik gebruik gewoon mijn grote Demeyere braadpan die ook een grote platte bodem heeft.
Paella’s zijn er in vele smaken en variaties, van puur vis, een mix van vlees en vis tot vegetarisch. Voor mij moet in Paella toch zeker vis en vlees samen gaan met mooie gele rijst en verschillende groenten. Maar eigenlijk kun je het zo gek niet maken: alles past bij elkaar in dit gerecht.
De rijst krijgt zijn gele kleur door saffraan, 1 of 2 gram is vaak al genoeg, maar zelfs dan is het nog kostbaar. Het zijn de meeldraden van een speciaal soort krokussen, elke bloem geeft maar 2 of 3 draadjes en voor 5 gram zijn zeker 700 bloemen nodig. Voor alleen de gele kleur van Paella kun je daarom ook gebruik maken van Kurkuma, geelwortel. Het geeft dezelfde kleur maar is alleen niet zo nootachtig van smaak als saffraan. Of nog simpeler: de gele rijst van Albert Hein, deze is al gekleurd met saffraan en geelwortel.
Ik heb afgelopen week Paella gemaakt. Dit keer heb ik het mezelf wel makkelijk gemaakt door de gele rijst van Appie te gebruiken (weliswaar langkorrelig, toch een goed resultaat), verder: een varkenshaasje, pittig gekruide kalkoenworstjes, chorizoworst en grote tijgergarnalen. Mooie verse doperwten, sperzieboontjes, bleekselderij gestoofd in gevolgelte fond met witte wijn. Uiteraard hadden zwarte mosselen of andere schelpdiertjes leuk in de rijst gestaan maar de jongens doe ik daar geen plezier mee, vandaar alleen de tijgergarnalen. Het smaakte mij voortreffelijk, zelfs koud de volgende dag met wat salade erbij. Ik denk dat ik de goden voldoende heb geëerd met het oog op mijn komende verjaardag…