Kip op z’n Frans
Van de week een discussie op het werk gehad over ‘plofkippen’. Want dat zijn de kippen van tegenwoordig: opgeblazen, waterige soepkippen, vol met antibiotica. Ze ‘ploffen’ bijna omdat die kippen in korte tijd vetgemest worden, door hun poten zakken en amper van voren weten dat ze van achteren leven. Als je de verhalen en de beelden erbij kent, wordt je op slag streng vegetarisch!
Toch zijn er ook gezonde, lekkere kippen. Neem nou die Franse Bressekippen. Een kippenras uit het oosten van Frankrijk, waar ze naar harte lust nog vrij mogen buiten scharrelen. Witte veren, rode kop en blauwe poten: een kip in chauvinistische kleuren. Een Bressekip moet aan strenge voorwaarden voldoen anders mag hij niet het etiket ‘Bresse’ dragen. Zo moeten de kippen geboren èn geslacht worden in de Bressestreek èn gevoed worden met mais, graan en melkproducten uit de streek. De kwaliteit van de kip is dan ook uitstekend en het vlees zeer verfijnd van smaak. Helaas moet je in Nederland goed zoeken en vind je ze soms terug op de menukaart van een zichzelf respecterend restaurant.
Nu hoef je voor een kippetje niet helemaal naar Frankrijk en hoeft het ook niet perse een Bressekip te zijn. Maar vast staat dat een biologische kip tien keer beter smaakt dan zo’n supermarkt plofkip!
Om toch een beetje in de Franse stijl te blijven, een zeer traditioneel en klassiek recept van kip: Coq au vin. De naam doet vermoeden dat er een haan in gaat, toch smaakt een kippetje er net zo lekker in. Sappige biologische kip gestoofd in romige rode wijnsaus, geserveerd met krieltjes of boerenbrood. Zorg dat je minimaal twee flessen wijn hebt staan: één voor in de pan, één voor bij het bord.