Soms gebeurt het zelfs mij (!): gisteren heb ik een citroentaart gebakken maar het resultaat was teleurstellend. Dat wil zeggen, de vorm was niet wat ik ervan verwacht had, de smaak daarentegen gaf de papillen een boost. Een goede kok moet ook zijn ‘mislukkingen’ kunnen toegeven, vandaar deze biecht.
Deze keer was de koek lekker knapperig en goed van smaak. Maar de citroenvulling viel me tegen. Drie eierdooiers met suiker au-bain-marie verwarmen en romig kloppen, daarbij citroensap en gesmolten boter. Volgens mijn idee zou de vulling toch wat hebben moeten rijzen, niet dus. En dan die bodem. Voor blind bakken heb je gedroogde bonen nodig die als blindvulling dienen. Nu eten wij nooit gedroogde bonen maar na lang zoeken vond ik nog een oud pak kapucijners en spliterwten. Ik heb mijn nieuwe grote vorm gebruikt, waarschijnlijk toch iets te groot voor het recept, althans voor de vulling. Ik zag het eigenlijk al aankomen, dus heb ik nog twee extra eierdooiers, citroensap en boter aan het recept toegevoegd. Tja, en als dan een van de jongens ook nog stiekem in de oven kijkt tijdens het bakken, dan krijg je maar een armetierige taart. De vulling was maar tot de helft van de taartrand opgekomen.
Om nog iets te redden heb ik van een pond verse aardbeien en wat geleisuiker een frisse vruchtencoulis (duur woord voor aardbeienjam) gemaakt. Gewoon ogen dicht als je eet, je weet niet wat je proeft: zoet, zuur, fris, aarbei, citroen….
Het spijt me, dit recept ga ik dus niet met jullie delen, het ultieme citroentaartrecept laat nog op zich wachten. Ik sta open voor suggesties!